Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [43]Hij zal door de zee gaan, [44]die benauwende, en [45]Hij zal de golven in de zee slaan, en al de diepten der rivieren zullen verdrogen; dan zal [46]de hoogmoed van Assur nedergeworpen worden, en de schepter van Egypte zal wegwijken. 43. Te weten, de heer Christus. 44. Hebr. Hij zal door de zee gaan [met] benauwdheid, of benauwing. De zin is: Hij zal de zee beangstigen, gelijk Hij eertijds de Rode zee beangstigd heeft. Zie Ps.114:3; Jes.11:15, enz. dat is, God zal zijnen uitverkorenen een wonderlijken doorgang openen, om uit het geestelijke Egypte dezer wereld in het hemelse Kanaan te gaan. Anderen, en het [te weten mijn volk] zal door de zee der benauwdheid of der beangstiging doorgaan, eer het in het hemelse Kanaan zal gesteld worden. 45. Te weten, de Heer. Die zal alle hindernissen uit den weg nemen. 46. Of, de hoogheid. 47. Dat is, het regiment, alle regering, gelijk Gen.49:10; want de Assyriers en Egypte naars, mitsgaders andere heidense natien, die de gemeente Gods plachten te vervolgen, zullen zich aan de scepter en de regering van Christus onderwerpen.